In focus I – Apocalyps now? ‘De Vier Ruiters van de Apocalyps’ door Albrecht Dürer (1498)
Thera Folmer-von Oven
Voorspellingen over het einde der tijden duiken met enige regelmaat op in de geschiedenis van het westerse denken. Ook nu – in deze vreemde periode waarin een dodelijk virus rondwaart dat overal ter wereld slachtoffers maakt – zijn er mensen die menen dat het een voorbode is van de ondergang. Of men daar nu wel of geen geloof aan hecht, het fenomeen is niet nieuw. Angst voor de toekomst gedijt als de maatschappij op zijn kop staat en er onzekerheid heerst. Dat was ook het geval aan het eind van de 15de eeuw toen er allerlei onheilsprofeten opdoken die de komst van de Antichrist voorspelden. De westerse wereld werd bedreigd door de oprukkende Turken en de christenen vreesden door de heidenen onder de voet gelopen te worden.
De Openbaring van Johannes (in het Latijn Apocalyps) heeft veel kunstenaars geïnspireerd. Een van hen was de Duitse kunstenaar Albrecht Dürer, die er in 1498 een monumentale prentenreeks aan wijdde. Dürer was op dat moment al een bekende graveur en hij had een goede neus voor zaken doen. De Apocalyps was zijn eerste grote project. Hij hield alles zelf in de hand: de vervaardiging, het drukken en de uitgave van zijn prenten. Hij was ook een van de eerste kunstenaars die hun werk signeerden. Zijn monogram AD fungeerde als keurmerk. Dürer leefde in een tijd waarin angst en onzekerheid heerste en het onderwerp van zijn reeks speelde daarop in.
In vijftien paginagrote houtsneden schiep hij een beeldverhaal dat zo realistisch is weergegeven dat zijn tijdgenoten ervan versteld stonden. De afgebeelde figuren waren voor iedereen herkenbaar. Het waren mensen van vlees en bloed, gekleed in eigentijdse kostuums, die uiting gaven aan heftige emoties. De wervelende compositie en de virtuoze techniek van de voorstellingen misten hun uitwerking niet. Het was één machtig spektakel waarin het bovennatuurlijke realiteit leek te zijn geworden. Nooit eerder had een kunstenaar de dramatiek van het verhaal zo invoelbaar weten te maken.
Dat is goed te zien in de vierde en tevens beroemdste prent van de reeks: de Vier Ruiters van de Apocalyps. De Vier Ruiters galopperen woest door het luchtruim en maaien iedereen weg die in hun buurt komt. Ontzet strekken de mensen hun armen uit in een poging om het naderende gevaar af te weren. Maar het is te laat: hun laatste uur heeft geslagen. Zij worden vertrapt onder de hoeven van de paarden, terwijl hun berijders hel en verdoemenis verspreiden. Niemand wordt ontzien: mannen, vrouwen, burgers, boeren, koningen en geestelijken treft hetzelfde lot. Zij worden opgeslokt door het monster linksonder, dat met zijn geopende muil de hel symboliseert. De Vier Ruiters hebben elk een andere functie. De bovenste ruiter met pijl en boog is de verspreider van de pest, de ruiter met het zwaard brengt oorlog, de jongeman met de weegschaal luidt de noodtoestand in en het skelet staat uiteraard voor de dood. Voor wie een parallel met onze tijd wil trekken zijn met name de ruiter met pijl en boog en de jongeman met de weegschaal veelzeggend: de eerste als de verspreider van het Coronavirus en de laatste als brenger van economische malaise.
De Apocalyps van Dürer was een groot succes. Zijn prenten werden overal verspreid en generaties lang door andere kunstenaars gekopieerd. De prent van de Vier Ruiters van de Apocalyps is in het collectieve geheugen gegrift, tot op de dag van vandaag. “Dürer heeft zich van de Apocalyps meester gemaakt zoals Dante van de hel”, schreef Emilie Mâle in zijn standaardwerk over de middeleeuwse kunst (1922). De kunsthistoricus Erwin Panofsky noemde het in zijn monografie over Dürer (1945) “an inescapable work of art”. Sommige kunstwerken zijn van alle tijden.