Praktische informatie Impressionistische tuinen. Twee lezingen
Door: Emmelie de Mol van Otterloo
Wanneer: 20 en 27 februari
Tijd: 14:30 – 16:30 uur
Waar: Theater De Luifel, Herenweg 96, 2101 MP Heemstede
Kosten: € 30,-
Aanmelden en betalen via iDeal: klik op onderstaande knop
Meer info over deze lezingen: scroll naar beneden (onder de afbeelding)

Opkomst van particuliere tuinen in de 19de eeuw
Door de industriële revolutie kreeg de middenklasse meer vrije tijd, die tijd werd onder andere besteed aan een heel populaire hobby: tuinieren. Zo kwam  de  ‘burgerlijke’ tuin, naast of in plaats van de vorstelijke en nuttige (moes)tuin op. Er ontstonden tuinstichtingen en tuintijdschriften. De catalogi van kwekers werden zeer populaire lectuur. Het had met meer vrije tijd te maken maar ook met groeiende belangstelling voor planten en het kweken daarvan.

Nieuwe soorten tuinplanten
De wereld werd steeds opener door groeiende internationale economie, reizen werd makkelijker. Hierdoor kwam een grote aanvoer van nieuwe plantsoorten uit Amerika, Azië en Afrika naar Europa op gang. Chrysanten, dahlia’s, irissen, pioenrozen, orchideeën, de kwekers en de liefhebbers gingen hiermee aan de slag en creëerden talloze sterke, bijzondere, vaak winterharde varianten  in eindeloze hoeveelheid kleuren. De niet winterharde planten konden in kassen overwinteren. In 1840 had John Paxton de eerste grote kas neergezet in de tuin van Chatsworth House in Derbyshire Engeland, gemaakt van ijzer en glas.

Parken en voorbeeldtuinen
De 19de eeuw was ook de tijd dat er publieke parken werden aangelegd als  bron van frisse lucht en verlichting van de geest in de steeds drukker wordende steden. Koninklijke tuinen  werden omgetoverd tot publieke parken. Maar er werden ook nieuwe parken ontworpen  in de steden.  Bij de wereldtentoonstellingen werden grote showtuinen aangelegd.

Lees verder onder de afbeelding

Impressionisme en de Japanse prenten
De steeds groter wordende liefde voor tuinen viel samen met de opkomst van het impressionisme. Velen van hen  hadden ook grote belangstelling voor tuinen, die ze vaak zelf ontwierpen. In hun tuinen konden ze doen en laten wat ze wilden wat betreft vorm, kleur en compositie. Hun smaak was zeer beïnvloed door de Japanse houtsnedes, die in grote getale uit Japan werden geïmporteerd. In de prenten was er aandacht voor alledaagse onderwerpen en belangstelling voor details uit de natuur, maar wat nog meer indruk maakte op de kunstenaars  was dat perspectief niet van groot belang was, maar dat  het vooral ging om grote platte gekleurde vlakken met duidelijke contouren. 

Geschiderde tuinen: Een overdaad van kleur
In het schilderen van tuinen konden ze die moderne ideeën vertalen: de kleuren, de vaak grote kleurvlakken, überhaupt de sprekende kleuren, de sensatie van een tuin.  Een zich verliezen in kleur en vorm zonder dat perspectief  een rol hoefde te spelen. En tuinieren voor het plezier was natuurlijk bij uitstek een vorm van modern leven, modern leven dat zij in hun schilderijen wilden laten zien. Claude Monet is daarvan een geweldig voorbeeld. Hij heeft in Giverny een tuin gecreëerd die hij zag als kunstwerk, maar die ook  een  perfect onderwerp voor zijn schilderijen was. In die tuinschilderijen is heel duidelijk de ontwikkeling te zien die hij maakte van impressionstische aangename schilderijen naar kolossale abstracte composities.

Kunst voor de ogen, kunst voor het gevoel
Maar niet alleen Monet was een hartstochtelijke liefhebber van tuinen, ook Gustave Caillebotte, Berthe Morisot, Pierre-Auguste Renoir, Frédéric Bazille en vele anderen. Zelfs Manet heeft tuintaferelen geschilderd. . De impressionisten wilden de sensaties die tuinen opwekten weergeven, maar er waren aan het eind van de 19de eeuw kunstenaars die hun gevoelens en stemmingen in het schilderen van tuinen wilden uitdrukken. Soms diende een tuin als uiting van melancholie, angst of troost.  Henri Le Sidaner wilde  iets mysterieus of raadselachtigs  in zijn werk vast leggen. Of aan Edouard Vuillard bracht  dromerige stemming in zijn werk. Voor Bonnard was zijn verwilderde tuin een  heilige plaats, ver weg van zorgen van de wereld waar volwassenen en kinderen konden dromen en spelen. 

Bijeenkomst 1
In de eerste bijeenkomst staan de Franse impressionisten centraal. De sensatie van een moment, van licht en schaduw en kleur. Behalve Monet worden ook andere impressionistische en symbolistische tuin schilders besproken

Bijeenkomst 2
De tweede bijeenkomst is  gewijd werken waarin aspecten van het impressionisme zijn vermengd met symbolisme en de stemming van het beeld een bepaalde gevoel bij de beschouwer oproept, zoals verlangen of melancholie