Wat: Slow Food. Hollandse en Vlaamse maaltijdstillevens 1600-1640 auritshuis
Waar: Mauritshuis, Den Haag
Wanneer: 10 juni
Tijd: 15.00 uur – verzamelen in de hal van het museum
Kosten: € 10,-
Opgeven door op de betreffende knop hieronder te klikken
[eventButton id=”48″][/eventButton]
In het Maurtishuis hangen zo’n 25 stillevens die een je smaakpapillen prikkelen. Gedekte tafels waarop appel, peren, pruizen, kazen, broodjes, oesters, gerookte haringen met kappertjes, pasteien, een knapperig geraden haantje, olijven, noten en zuidvruchten liggen, laten het water in je mond lopen. Een roemer met witte wijn staat er koel naast te pronken. Wat zien die oude brokkelige goudse kazen er aantrekkelijk uit. Het enige wat de beschouwer nog hoeft te doen is aan de tafel plaats te nemen. Verschillende soorten kazen zijn op elkaar gestapeld. Soms een ronde, groenige schapenkaas uit Texel als kroon er boven op. Een chinees, porseleinen schaaltje met boterschaafsel staat klaar om op een stuk brood te worden gesmeerd. De schil van een citroen hangt over de tafelrand en lijkt bijna tastbaar. Bijna vergeten wij naar een geschiderd stilleven kijken.
Stillevens met etenswaren werden voor het eerst rond 1600 geschilderd door Vlaamse en Nederlandse kunstenaars. Vooral in Haarlem was het genre geliefd getuige de talloze maatlijdstillevens die er geschilderd zijn door Floris van Dijck, Nicolaes Gillis, Floris van Schooten, Pieter Claesz en Willem Heda. De vroegste Haarlemse stillevens laten de gedekte tafels vanuit een hoog gezichtspunt zien. Op een kostbaar damasten tafellaken heeft Floris van Dijck een porseleinen kom gevuld met fruit weergegeven. Er liggen grote trossen witte en rode druiven op tafel. Een tinnen bord staat half over de tafelrand. Een doorgesnede appel weerspiegelt zich in het tin. Het is alsof er een spotlight op de tafel is gericht, dat precies over de tafelrand schijnt en een roemer, een
bordje met olijven, een broodje en een wijnkan van steengoed fel verlicht en tegen de donkere achtergrond goed laat uitkomen.
Wat onze 17de-eeuwers dachten bij het kijken naar deze stillevens, zullen wij wellicht nooit precies weten. Wat de stilleven in ieder geval tonen is dat op de tafel van de zeventiende-eeuwer meer gerechten stonden dan stampot of hutspot alleen. De rijkdom aan kostbare etenswaren als zuidvruchten maakte dat kunshistorici enkele decennia geleden deze stillevens vooral als waarschuwingen tegen overdaad beschouwden. Broodjes en wijn herinnerden aan de Eucharitie en de verlossing van de zonde door de kruisdood van Christus. Nu zijn de wetenschappers niet meer zo stellig. Waarschijnlijk hebben de stillevens de ogen van de mensen in de Gouden Eeuw vooral bewondering opgeroepen voor het onvoorstelbare vakmanschap waarmee reflecties van licht in het glas van roemers en berkemeiers geschilderd zijn, hoe etenswaar weerspiegeld wordt in zilveren kannen en schalen, voor het glimmende oppervlak van het porselein en de geraffineerde weergave van de in het het damast geweven voorstellingen. Beelden van overvloed, maar vooral beelden die bewondering afdwingen. Toen en nu.