Le tour d’Europe – Europese schilderkunst 1880-1914

Kunstenaars rond 1900 konden of wilden zich niet onttrekken aan de allesoverheersende invloed van de Franse schilderkunst. Kunst uit Parijs was voor de meeste schilders in Europa de toetssteen bij uitstek. De manier van schilderen, het kleurgebruik, de brede, levendige penseelstreken, de aandacht voor licht en atmosferische aspecten en de onderwerpen die de Franse kunst uit de tweede helft kenmerken, zien wij overal in Europa terug: van Zweden (Anders Zorn) tot in Spanje (Joaquín Sorolla). Contact met Parijs veranderde het aanzien van de Europese kunst.

Maar rond 1900 waren er veranderingen op komst. Voor jonge Duitse kunstenaars in Dresden en München waren Franse impressionisten niet langer het centrale ijkpunt, zij richtten zich op het werk van Vincent van Gogh, Edward Munch, Paul Gauguin en Paul Cézanne – wat later – het werk van de fauvisten (Matisse, Derain, Vlaminck). Het kloppend hart van de kunst bleef nu eenmaal toch Frankrijk. Bovendien zou Frankrijk in 1905-1906 met de eerste exposities van de fauves (Matisse, Derain, Vlaminck, Van Dongen) opnieuw het voortouw nemen, net als omstreeks 1910 met de doorbraak van het Kubisme.

In deze cursus nemen Emmelie de Mol van Otterloo en Michiel Kersten u mee op een denkbeeldige tocht door Europa rond 1900: van België via Duitsland, Scandinavië en Engeland naar Italië. Ondanks de overweldigende invloed van Frankrijk, laten wij u zien dat  ieder land uit deze tocht door Europa toch een ‘eigen’ kunst tot bloei kwam en kunstenaars hun eigen weg gingen zoeken…

Abeelding van een schilderij van Ernst Ludwig Kirchner, Badende mensen (Fehmarn), 1913, olieverf op doek
Ernst Ludwig Kirchner, Badende mensen (Fehmarn), 1913, olieverf op doek

1900. De Exposition Universelle in Parijs: vooruitgang en optimisme

Europa onderging in de tweede helft van de negentiende-eeuw een ware metamorfose. Het gezicht van de samenleving veranderde onherkenbaar door de opkomst van de grote industrieën. Natuurkundige, chemische, medische ontdekkingen leidden tot de ontwikkeling van nieuwe, praktische technieken. Toepassingen daarvan volgden elkaar in sneltreinvaart: op telegraaf, telefoon en elektrisch licht. Patenten werden uitgegeven voor de benzine-, diesel en elektromotor. Het waren ook de jaren van “kleine” uitvindingen die tot op de dag van vandaag het leven makkelijker en leuker maken: toiletpapier, bouillonblokjes, de ritssluiting  en – niet te vergeten – de fiets. Een groot optimisme en geloof in vooruitgang typeerde het wereldbeeld bij het begin van het nieuwe millennium. Het onwaarschijnlijk grote aantal bezoekers dat de L’Exposition Universelle van 1900 in Parijs bezocht maakt die duidelijk: meer dan 48 miljoen.

Trottoir Roulant Paris 1900 Exposition Universelle
Bezoekers van deze wereldtentoonstelling konden vanaf de Rue de l’Avenir, een trottoir roulant à deux vitesses een indruk krijgen van de imposante paviljoens op de Exposition Universelle in Parijs in 1900

Kunst op de wereldtentoonstelling 1900

Op de Exposition Universelle in Parijs werden niet alleen technische vernieuwingen met een groots gebaar getoond als eerbewijs aan een eeuw die voorbij was en een verwachting voor de toekomst, maar ook de kunsten kregen alle ruimte in het Grand en Petit Palais. Met trots presenteerden vele landen er hun beste, meest gewaardeerde kunstenaars. Typerend voor de wereldtentoonstelling van 1900 is dat traditionele, academische schilderkunst er broederlijk, zij-aan-zij gepresenteerd werd met meer onconventionele, moderne schilderkunst: realisten, impressionisten, post-impressionisten, symbolisten en art nouveau. De vermaarde Amerikaanse kunsthistoricus Robert Rosenblum beschreef dit raak: wilde men nu vooral de zonsondergang van het oude laten zien of juist de dageraad van het nieuwe? In ieder geval toont de tentoonstelling de hegemonie van de Franse kunst. Aan de invloed daarvan lijkt bijna geen enkele Europese kunstenaar zich te kunnen onttrekken.

Frantisek Kupka, De boekenliefhebber, 1897, olieverf op doek
Frantisek Kupka, De boekenliefhebber, 1897, olieverf op doe

Parijs: Een nieuwe wereld, een nieuwe kunst

De tweede helft van de negentiende eeuw was niet alleen de eeuw van de technische vooruitgang, maar ook de tijd van de doorbraak van de dynamiek van het nieuwe, moderne (stads)leven met winkelstraten, warenhuizen, cafés, brasserieën, restaurants, theaters en parken. Ondanks bittere, schrijnende armoede van grote delen van de bevolking, trokken de eerste dagjesmensen er op uit om – als wij in Parijs blijven – langs de oevers van de Seine zich te vermaken en te ontspannen met wandelen, zwemmen, zeilen, picknicken of dansen. Deze moderne wereld werd het onderwerp bij uitstek van de impressionisten en hun enthousiasme over de vooruitgang is alom zichtbaar: waar een rokende schoorsteen van een fabriek of de rook van een stoomlocomotief zichtbaar was, werd die met voelbare genegenheid door de impressionisten geschilderd. Een moderne schilder, schilderde moderne onderwerpen… ook al ging het de meeste impressionisten uiteindelijk toch vooral om de weergave van licht en atmosfeer. Om uiteenlopende redenen ontstond ook – zoals bij Paul Gauguin –  aandacht voor een werkelijkheid die niet zichtbaar was en voor een ‘onverdorven’ wereld waar de civilisatie (nog) geen vat op had. Een romantisch idee, maar wel invloedrijk.

Afbeelding van een schilderij van Gwen John, Zittend vrouwelijk naakt
Gwen John, Zittend vrouwelijk naakt

Programma

 

Bijeenkomsten 1 en 2 | Inleiding (de moderne kunst rond 1900 & de Exposition Universelle) en België
  • Impressionisme en luminisme: Emile Claus, Henri Evenepoel, Georges Lemmen, Auguste Oleffe, Rik Wouters, Theo van Rysselberghe
  • Symbolisme en fauvisme: James Ensor, Fernand Khnopff, Léon Spilliaert, Félicien Rops, George Minnen, William Degouve de Nuncques
Bijeenkomsten 3, 4 en 5 | Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland
  • Impressionisme: Wilhelm Leibl, Franz von Lenbach, Hans Thoma, Max Liebermann, Max Schlevogt, Lovis Corinth.
  • Symbolisme: Egon Schiele, Gustav Klimt, Ferdinand Hodler, Arnold Böcklin, Franz von Stuck
  • Expressionisme in Dresden en Berlijn – Brücke met Ernst Ludwig Kirchner, Erich Heckel, Karl Schmidt Rottluff, Otto Mueller, Max Pechstein, Emil Nolde. München met de Blaue Reiter, waaronder Franz Marc, August Macke, Alexej von Jawlensky, Wassily Kadinsky, Marianne von Werefkin, Gabriele Münter, Paul Klee, Lyonel Feininger, maar ook Paula Modersohn-Becker en Käthe Kollwitz worden niet vergeten.
Joaquin Sorolla, Biaritz, 1906, olieverf op doek
Joaquin Sorolla, Biaritz, 1906, olieverf op doek
Bijeenkomst 6 | Scandinavië
  • Impressionisme en symbolisme: Anders Zorn, Edward Munch, Vilhelm Hammersøi, Peder Severin Krøjer
Bijeenkomst 7 Engeland
  • Modernismen in Engeland: de Bloomsbury Group en vorticisme: James McNeill Whistler, Walter Crane, Spencer Gore, Harold Gillman, Duncan Grant, Vanessa Bell, Gwen John, Augustus John, Roger Fry, Wyndham Lewis, David Bomberg
Bijeenkomst 8 Italië
  • Impressionisme en futurisme: Giovanni Boldini, Giovanni Segantini, Giuseppe Di Nittis, Umberto Boccioni, Carlo Carrà, Gino Severini, Giacomo Balla.

 

Ferdinand Hodler, Voorjaar, 1901, olieverf op doek

Praktische informatie

Bijeenkomsten data en tijdstip

De bijeenkomsten vinden plaats op donderdagavond in de Hoofdwacht, Grote Markt 17, Haarlem en beginnen om 19.30 uur. Einde tussen 21.30 en 21.45 uur. Tussendoor een pauze met (kosteloos) wijn of fris (15 minuten).

  • 28 september en 5 oktober
  • 19 en 26 oktober
  • 9 en 16 november
  • 30 november en 7 december
Kosten

De kosten voor deze cursus kunstgeschiedenis bedragen € 120-,
[eventButton id=”57″][/eventButton]

Afbeeldingen van een schilderij van Edward Munch
Edward Munch